



















locatie: Breda
jaar: 2021
oppervlakte: 5500 m2
programma: wonen
opdrachtgever: Reales Ontwikkeling
geschiedenis
In de jaren 70 van de vorige eeuw was de Koninklijke Coöperatieve Cosun U.A. (Royal Cosun/de Nederlandse Suiker Unie) op zoek naar een nieuw hoofdkantoor in Breda. De locatie die zij uiteindelijk verwierven ligt aan de westelijke rand van Breda. De direct omliggende woonwijken waren er destijds nog niet. De Suikerunie gaf Wim Quist de opdracht om een passend hoofdkantoor te ontwerpen dat omstreeks 1975 gerealiseerd werd. In het oorspronkelijke ontwerp werd het terrein van de Suikerunie ontsloten aan de westzijde. Via een entreepoort met aan weerszijden een garage en portierswoning betrad men de locatie die een groene, parkachtige inrichting had. De werknemers en bezoekers werden naar de entree begeleid die zich in de uitsnede aan de zuidwestkant van het gebouw bevindt. De diagonale positionering van het gebouw ten opzichte van de kavel komt hieruit voort. Terreininrichting, beeldende kunst en gebouwen vormden een zorgvuldig ontworpen ensemble.
Ruim twintig jaar is de situatie vrijwel onveranderd gebleven. Wel werden ten noorden en oosten van het plan respectievelijk een woonwijk en een politiebureau gebouwd. Rond de eeuwwisseling is de locatie verdicht. Er zijn plannen gemaakt voor een viertal kantoorgebouwen, waarvan er uiteindelijk twee gerealiseerd zijn. In 2011 verliet Cosun / Suikerunie hun hoofdkantoor en sindsdien staat het pand leeg. De garage en portierswoning zijn inmiddels gesloopt, de beeldende kunst is verdwenen, het maaiveld heeft grotendeels een laagwaardige invulling met parkeren en de Zuilenstraat die het park ontsloot bestaat niet meer. Het Cosun terrein wordt in de komende jaren nieuw leven ingeblazen en getransformeerd naar een woongebied. Het parkeren wordt onder de grond opgelost en de woongebouwen komen weer in een park te staan. Cosun 1 / Suikerunie is de eerste stap in de transformatie.
waardestelling
Naast een door de gemeente uitgevoerde waardestelling van het gebouw hebben wij documentatie verzameld uit diverse boeken, het tekeningenarchief van de gemeente Breda en zijn we een aantal keer bij Wim Quist langs geweest om het gebouw en onze plannen te bespreken. Hierbij hebben we heldere uitgangs- en aandachtspunten kunnen formuleren voor de transformatie. Het gebouw is in de basis een heldere kubus die met een hoekverdraaiing in het park staat. De gevels zijn opgetrokken uit metselwerk met diepe negges en een uniforme invulling die het gebouw een ingetogen expressiviteit geven. De gevel in de snede heeft in contrast hiermee een high-tech uitstraling in twee lagen: een volledig glazen gevel en daarvoor beweegbare lamellen die dienen als zonwering. Het behoud van het markante, solitaire karakter en de expressieve gevels van het gebouw zijn belangrijke uitgangspunten geweest. Het rationele gevelbeeld dat tot in het kleinste detail zorgvuldig is uitgewerkt: ogenschijnlijke eenvoud maar zeer knap gemaakt. Het sprekende contrast in materiaal, kleur, vormgeving en uitstraling tussen enerzijds de massieve bakstenen buitenschil en anderzijds de luchtige constructie van de ‘voering’: beide met een eigen stramien, gelaagdheid, dynamiek en expressie.
De structuur van gevel, kernen en tweetal kolommen zijn de basis, de rest van de verdiepingen zijn verder vrij indeelbaar. De huidige kantoorinvulling met scheidingswandjes en verlaagd plafond draagt weinig bij aan de karakteristiek van het gebouw en kan verwijderd worden. Door de vorm die oorspronkelijk niet voor woningbouw bedacht is en de hoogtes van de verdiepingen (bijna 4 meter) leent het gebouw zicht goed voor ruime, bijzondere appartementen. Belangrijk punt is het oplossen van de buitenruimtes in het gebouw bij de metselwerk gevel, zodat de expressiviteit en het ritme niet verstoord worden.
transformatie
We hebben een nieuwe indeling gemaakt die uitgaat van ondersteunende functies rond de kern en leefruimtes zoveel mogelijk aan de gevel. Zo ontstaat er een grote diversiteit aan appartementen, ook omdat we de kelder en het dak willen activeren. We komen op 23 types op 39 appartementen variërend van 60-150 m2. De scherpe hoeken geven aanleiding tot bijzondere typologieën en plattegronden. Buitenruimtes bij de metselwerk gevel stellen we op suggestie van Wim Quist voor als wintertuinen op de hoeken en op andere plekken waar ze nodig zijn. Voor de gevel in de snede willen we de buitenruimtes ook de zonwering laten zijn die integraal onderdeel worden van de nieuwe gevel. Ook willen we hier groen integreren, eveneens een idee van Quist.
In de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet was Cosun 1 / Suikerunie het einde van een route. De gevel in de snede was waar het gebouw zich opende aan het einde van die route en waar men begeleid werd naar de entree. In de nieuwe situatie is de opzet van het park niet langer een route, maar onderdeel van een ensemble van gebouwen met meerdere richtingen en routes. De westgevel bleek dan ook een betere en duidelijkere plek om het gebouw te ontsluiten. In die nieuwe situatie opent de gevel in de snede zich nog steeds, maar de functionaliteit ligt meer in de privésfeer, uitzicht en buitenruimtes. Het hele gebouw is onderkelderd. Die kelder kan deels een functionele invulling krijgen met bergingen en technische ruimtes, maar daarnaast is hij groot genoeg om ook een deel bij de woningen te trekken en zo dubbelhoge woningen met vides te creëren. Ook het dak willen we activeren: je hebt er een prachtig uitzicht en het wordt nu niet gebruikt. De bestaande dakopbouwen vervangen we door een enkel, lager volume. Vanuit vijf woningen op de 4e verdieping kun je hier komen en hebben deze een verdieping en een toegankelijke daktuin. De opbouw wordt in metaal uitvoeren met een lamellengevel. Zo is deze ondergeschikt aan het gebouw maar refereert er wel aan in kleur en ritmiek.
gevels
De puien in de metselwerk gevel zijn weliswaar voorzien van tripel glas wat in de tijd dat het gebouwd werd ongebruikelijk was, maar er zijn geen te openen delen en ze zijn samengesteld zodat aanpassen onmogelijk is. Deze puien worden vervangen door nieuwe, verdiepingshoge kozijnen in een vierdeling. We hebben drie soorten puien in het plan: vast glas, puien met te openen delen bij en vouwpuien bij de wintertuinen. De puien zijn qua profilering en uitstraling zodanig dat ze identiek lijken, ongeacht welk type het is. Zo krijgen we een gevelbeeld dat rustig en eenduidig blijft, net als in de bestaande situatie. De huidige gevel in de snede kenmerkt zich door zijn gelaagdheid, detaillering en de high-tech uitstraling die contrasteert met het ambachtelijke metselwerk. Dat contrast willen we handhaven: er komt een nieuwe open gevel in hetzelfde ritme als de bestaande. De constructie die de bestaande lamellen ondersteund gebruiken we om een tweede laag toe te voegen in de vorm van geperforeerde stalen schermen. Deze kunnen de bewoners laten begroeien en zo ontstaat er een prettige groene binnenwereld die contrasteert met de zware metselwerkgevel.
duurzaamheid
Aan transformatie worden lagere eisen gesteld met betrekking tot de energiehuishouding dan aan nieuwbouw. Door het gebruik van slimme installaties en warmte-koude opslag in de grond weten we toch aan de nieuwbouweisen te voldoen. Maar belangrijker: het zo lang mogelijk kunnen (her)gebruiken van een gebouw door de functionele vrijheid om het opnieuw in te delen en doordat het een onmiskenbare kwaliteit heeft waardoor niemand de neiging heeft het af te breken is in onze ogen het meest duurzame dat er is.
landschapsontwerp: Buro Beuk
aannemer: Ouwehand Bouw
constructeur: van Rossum
adviseur installaties
en bouwfysica: Cauberg Huygen